Blauwe lucht, maar nog niet te heet. Om 9 uur waren we op weg en om 10 uur stonden we op de Golden Cap, het hoogste punt van het Coast Path (190 m). In Seatown dronken ieder een pint Cider. Hetty was daar later een beetje dronken van toen we weer een flink eind omhoog moesten. Voor West Bay liepen we een stuk over het strand. Dat was echter ook tamelijk vermoeiend; we moesten een rivier doorwaden en we liepen steeds op grote ronde keien. Bij Bradstock zagen we de Engelsman die we weken eerder gezien hadden bij Tintagel. De man wilde de tocht persé in 42 dagen of minder afleggen. Hij had tijdens het lopen dan ook geen tijd voor een praatje. In ons einddoel Abbotsbury leek het eerst of we geen b&b konden krijgen: het was weekend en het was mooi weer, dus alles zat vol, gelukkig konden we toch iets krijgen bij een huis dat geen b&b bordje had. Het huis was van een wat alternatieve familie. Hele grote tuin eigen vee. Maakten ook zelf yoghurt eigen eitjes poached opgediend. Dat luistert heel nauwkeurig. Heel lekker. De hollende Engelsman sliep hier ook, zodoende kwamen we wat meer aan de weet. Hij vertelde dat hij 540 miles had afgelegd en dat hij 20 miles voor lag op zijn schema. Het was een Anglicaanse priester die een sabbatical verlof periode had.